“Mijn toekomst ziet er totaal anders uit”
27 februari 2025 is het vijf jaar geleden dat de eerste coronabesmetting in Nederland werd gemeld. Met die uitbraak deed ook post-COVID zijn intrede. Inmiddels wordt ervan uitgegaan dat ruim 450.000 Nederlanders post-COVID hebben gekregen, waarvan zo’n 90.000 met ernstige langdurige klachten.
Van zeer actief naar uitgeput
Iemand die al jaren leeft met de gevolgen van post-COVID is Lize Gerrits. In januari 2021 werkte ze nog in de kinderopvang, in de avonduren volgde ze een opleiding tot leerkracht. Nederland zat ‘op slot’; er overleden dagelijks mensen aan corona. Maar Lize had een cruciaal beroep en werkte door. “Bij een zelftest bleek ik besmet te zijn. De klachten vielen in eerste instantie mee, dus ik dacht dat ik er goed doorheen was gekomen. Maar toen ik na mijn quarantaine weer aan het werk wilde, kon ik niet eens de vaatwasser uitruimen. Totaal uitgeput. Ik wist niet wat me overkwam.”
Hoop
PEM (extreme vermoeidheid na inspanning, red.) is nog altijd haar hoofdklacht. “Maar in het begin ik had ook concentratieproblemen, kon moeilijk uit mijn woorden komen en was snel overprikkeld. Op een gegeven moment waren mijn spieren zo verslapt dat ik amper nog kon bewegen en lopen. Gelukkig zijn de cognitieve klachten inmiddels een stuk minder. Dat mijn lichaam die stapjes maakt, geeft me wel hoop.”
Best eenzaam
Met name in de beginperiode vond Lize bij C-support een luisterend oor. “Dat was fijn, juist ook omdat vrijwel niemand nog van Long COVID had gehoord. Ik kreeg erkenning voor mijn ziekte en er werd heel goed meegedacht. En eerlijk gezegd was het contact met mijn nazorgadviseur soms ook gewoon een sociaal momentje. Ik heb me een periode best eenzaam gevoeld.” In die fase heeft ze ook veel aan Instagram gehad. “Ik las veel kinderboeken, dat was wat ik destijds aankon, en daar postte ik dan over. Omdat ik daarin ook open was over mijn post-COVID heb ik zo veel lotgenoten leren kennen. Dat schept een bijzondere band, met sommige ben ik nog steeds bevriend.”
Levend rouwen
Kort na de eerste besmetting begon ze met fysiotherapie. “Niemand wist nog wat PEM was, dus er werd stevig getraind. Met als gevolg dat ik me zieker en zieker voelde. Ik woonde toen twee minuten lopen van de fysio, maar als ik daar aankwam was ik al bekaf. Daar ben ik na een paar maanden mee gestopt. Wat me wel veel heeft opgeleverd, zijn de gesprekken met mijn psycholoog. Ik raakte ineens zóveel kwijt: mijn baan, mijn toekomst, mijn relatie en misschien wel het belangrijkste: mijn zelfstandigheid. Ik realiseerde me al snel dat ik daar mee aan de slag moest. Het is echt levend rouwen; je moet door al die fases heen: van boosheid en verdriet naar de acceptatie dat je toekomstplaatje is veranderd.”
Bewuste keuzes
“Boos zijn om wat je is overkomen levert uiteindelijk niets op. Het loopt zoals het loopt, daar kun je niks meer aan doen. Wat je wél kunt, is andere keuzes maken. Prioriteiten stellen. Tegenwoordig bepaal ik heel bewust aan wat en wie ik mijn beperkte energie wil besteden.
Ik heb geleerd meer naar mijn gevoel en mijn lichaam te luisteren en mezelf op één te zetten. Dat laatste heb ik altijd heel moeilijk gevonden, maar nu kan ik het. Wat ik ook heb moeten leren, is hulp vragen en accepteren wanneer dat nodig is.”
Begrip en hulp
Wat ze zich meer dan ooit realiseert is dat het allemaal niet zo vanzelfsprekend is. “Je leert juist de kleine dingen te waarderen. Als ik nu aan het koken ben, kan ik daar heel erg van genieten. Zelfs stofzuigen vind ik nu fijn. Gewoon omdat ik het eindelijk weer kan. Het klinkt misschien vreemd”, weet Lize, “maar post-COVID heeft me dus ook het nodige gebracht. Ik sta nu veel bewuster in het leven en geniet van de kleine dingen, met de mensen om me heen. Natuurlijk ben ik ook vrienden kwijtgeraakt, maar met degenen die bleven is de band juist hechter. Dat geldt ook voor mijn familie. Ik heb altijd veel begrip en hulp gekregen. En sinds een jaar heb ik ook weer een vriend. Een lieve man, die er goed mee kan omgaan. We hebben het heel fijn samen. Daar had ik eerlijk gezegd niet meer op durven hopen.”
Het liefst gewoon weer aan het werk
Sinds haar eerste besmetting heeft Lize niet meer kunnen werken. Ze heeft nog even geprobeerd haar studie vol te houden, maar ook dat bleek geen haalbare kaart. Uiteraard waren er pogingen tot re-integratie, vaak tegen beter weten in. “Je wilt graag aan de verwachtingen voldoen en zelf wil je natuurlijk ook niets liever dan gewoon weer aan het werk. Maar mijn hele lijf gaf aan dat dat er niet in zat. En dan steeds weer die gesprekken op het werk en bij het UWV, dat was een heel stressvolle periode. Mensen begrijpen het vaak niet, maar toen ik anderhalf jaar geleden werd afgekeurd, was dat een enorme opluchting. Eindelijk hoefde ik niets meer en kon ik echt naar mijn lichaam luisteren.”
Post-COVID expertisecentrum
Sinds januari is ze in behandeling voor haar symptomen bij het post-COVID expertisecentrum in Maastricht. “Op het moment ben ik medicijnen aan het uitproberen om mijn PEM-klachten te verminderen. Het zou geweldig zijn als dat iets voor me oplevert, maar ik doe het vooral om bij te dragen aan het onderzoek. Blij dat ik zover ben dat ik dit alweer kan opbrengen, omdat ik weet dat er zoveel patiënten zijn die daar niet de energie voor hebben. Na zo’n bezoek aan Maastricht lig ook ik vaak nog wel een paar dagen op de bank. Doseren blijft belangrijk, maar doordat ik weet dat de terugval in mijn geval nu beperkt blijft, kan ik dat voor lief nemen.”
Voorzichtig werken aan conditie
In overleg met haar behandelaar start ze binnenkort ook weer met fysiotherapie. “Ik kan voorzichtig gaan werken aan mijn conditie en spieren kweken. Mijn lichaam kan inmiddels weer meer dan ik zelf denk. Dat is wel even wennen, sommige dingen doe ik weer voor het eerst sinds vier jaar.” Inmiddels kan ze weer zo’n vijftien tot twintig minuten lopen, waardoor ze haar rolstoel wat vaker kan laten staan. Fijn vindt Lize, omdat er dan toch anders naar je wordt gekeken. “Aan de andere kant realiseer ik me heel goed dat die rolstoel me ook vrijheid geeft. Die brengt me op plekken waar ik anders niet kan komen.”
Fijn leven
Ver vooruitkijken doet ze nog niet; ze is veel meer met de dag gaan leven. “Maar als ik zie wat er het afgelopen jaar in positieve zin veranderd is, ben ik heel benieuwd wat de toekomst gaat brengen. Wat mij betreft staan alle deuren open. En hoewel ik nog steeds veel beperkingen heb, kan ik ook nu al zeggen dat ik een fijn leven heb.”