Terugblik op twee jaar samenwerking
In 2022 werd, tijdens de ontwikkeling van de eerste richtlijn voor post-COVID zorg, in samenwerking met ZonMw besloten om een tijdelijke voorziening op te richten. Dit was nodig om de betrokken partijen met elkaar in contact te brengen en hen op de hoogte te houden van de laatste ontwikkelingen rondom de zorg voor mensen met langdurige klachten na COVID-19. Omdat de aandoening nog relatief onbekend was, werd verwacht dat zorgontwikkelingen snel zouden volgen en een richtlijn snel verouderd zou zijn.
C-support en de Long Alliantie Nederland (LAN) namen, met subsidie van ZonMw, de taak op zich om gedurende twee jaar het platform “Kennisuitwisseling COVID-19 herstel- en nazorg” op te zetten. Het platform had als doel om de betrokken partijen op regelmatige basis te informeren over de zorg voor mensen met post-COVID.
Betere samenwerking en kennisdeling
De bijeenkomsten stonden in het teken van kennisdeling, het gezamenlijk in kaart brengen van knelpunten in de zorg en het afstemmen van activiteiten. Dit platform heeft bijgedragen aan een betere samenwerking tussen de betrokken organisaties, wat indirect de ondersteuning van mensen met post-COVID-klachten ten goede kwam. Het platform was vooral bedoeld om kennis te delen en een netwerk te creëren door ontmoeting. Het had een tijdelijk karakter, omdat deze functie van kennisuitwisseling uiteindelijk ingebed moest worden in de bestaande zorgstructuren en netwerken.
Evaluatie rol platform
Het platform is na twee jaar opgeheven. Dit door de beëindiging van de subsidie, die vooraf bekend was, en de natuurlijke overname van haar functie door andere platformen, zoals het PCNN. Het is na deze twee jaar geëvalueerd en blijkt in een dynamisch zorglandschap een belangrijke verbindende rol te hebben gespeeld. In een periode waarin richtlijnen snel verouderden en er nog geen goed netwerk was voor post-COVID-zorg, heeft het platform veel waarde gehad. Gedurende de twee jaar werden er twaalf bijeenkomsten georganiseerd, met 51 deelnemende organisaties. Veel verschillende thema’s werden besproken, van zorgvragen tot praktische knelpunten.
Er waren echter ook enkele beperkingen. Het platform had geen mandaat, wat zorgde voor een zekere vrijblijvendheid voor de deelnemende organisaties. Het verspreiden van de informatie naar de achterban was niet altijd vanzelfsprekend en vormt een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst. Ondanks deze beperkingen, was het opzetten van een tijdelijk platform in een periode van onzekerheid en snelle veranderingen een waardevolle ervaring, die ook in de toekomst als voorbeeld kan dienen bij het omgaan met nieuwe en onbekende zorgbehoeften.
Het platform heeft aangetoond dat samenwerking en kennisdeling essentieel zijn in de zorg voor mensen met post-COVID-klachten en biedt waardevolle lessen voor het verbeteren van zorgstructuren in de toekomst.