Meer gericht onderzoek is nodig!
18 mei verscheen er in het toonaangevende tijdschrift Nature een review over postinfectieuze klachten geschreven door Akiko Iwasaki, in samenwerking met onderzoeker Jan Choutka aangevuld door Viraj Jansar en Mady Hornig. Iwasaki is Sterling-hoogleraar immunobiologie en moleculaire, cellulaire en ontwikkelingsbiologie aan de Yale University en hoofdonderzoeker bij het Howard Hughes Medical Institute.
In deze review worden parallellen gezien tussen Q-koortsvermoeidheidssyndroom, Long COVID, ME/CVS en andere postinfectieuze aandoeningen. De overeenkomsten zijn aanzienlijk: uitputting, niet verkwikkende slaap, concentratiestoornissen, cognitieve problemen. Naast de belangrijke gemeenschappelijke deler lijken de postinfectieuze aandoeningen allemaal hun ‘eigen’ specifieke kenmerken te hebben die dus verschillen. Zoals bij de parasiet in de darm na een uitbraak van Giardia lamblia, die meestal acute darmaandoeningen veroorzaakt. Klierkoorts na het doormaken van het Epstein-Barr-virus. Chronische oogontstekingen na Ebola. Motorische stoornissen en spierzwakte na het West-Nijlvirus. Longontstekingen na Q-koorts en het verlies van geur en smaak na COVID.
Algemene aanhoudende post-acute gevolgen
Deze bevindingen suggereren dat er consequent bij een deel van de besmette groep patiënten algemene aanhoudende post-acute gevolgen ontstaan bij een postinfectieuze aandoening. Ongeacht of die is ontstaan door een parasitaire, virale of bacteriële infectie. En dat er daarnaast specifieke kenmerken optreden door een bepaalde ziekteverwekker.
Mensen met opvallend lang klachten hebben veel te lang geen aandacht gehad. Op wetenschappelijk niveau is er lange tijd onvoldoende aandacht geweest voor deze patiënten met heftig invaliderende klachten. In deze review wordt duidelijk dat elke aandoening zijn specifieke kenmerken heeft maar dat ze wel dezelfde basis hebben. Al is de ziekteverwekker in het lichaam vaak niet (meer) detecteerbaar.
Vier theorieën voor klachten
Er zijn vier verschillende theorieën waardoor klachten in het lichaam ontstaan:
- Persisterende infectie;
Aanwezig blijven van restjes bacterie of virus, waardoor het ziek zijn niet ophoudt. - Een hyperactief immuunsysteem;
Het ontstaan van antilichamen die het eigen lichaam kunnen aanvallen - Dysbiose, verstoord evenwicht in de darmen;
Eigen bacteriën vormen een belangrijk evenwicht in het lichaam. De disbalans duidt op eerder doorgemaakte virussen of bacteriën die weer actief worden gemaakt door een nieuwe parasiet, bacterie of virus. - Neuro inflammatie;
De blijvende schade nadat je een ontstekingsziekte zoals Q-koorts, COVID of een ander virus of bacterie hebt doorgemaakt waardoor het centrale zenuwstelsel aangetast wordt.
Choutka en Iwasaki concluderen dat de mogelijkheden voor behandeling van postinfectieuze aandoeningen door de gemeenschappelijke hypotheses groot zijn. Dit biedt een kans voor versnelde vooruitgang in biomedisch onderzoek naar onderliggende mechanismen bij chronische ziekten.
Meer gericht onderzoek nodig
We moeten infectieziekten dus niet apart zien. Het lijkt of alles in elkaar past, postinfectieuze klachten na een virusinfectie of bacteriële infectie, en met deze review vallen veel puzzelstukjes op zijn plaats. In de geneeskunde is hier op dit moment een gebrek aan begrip voor. Er is dus meer gericht onderzoek nodig.
Voor zowel Q-koorts als voor Long COVID is door VWS een instituut opgestart in de vorm van Q-support en C-support om patiënten met postinfectieuze klachten na hun infectie bij te staan. Meer biomedisch onderzoek is nodig en Q-en C-support zien het dan ook als hun taak om hierop aan te dringen. Daarom wordt er een denktank samengesteld om gezamenlijk met nationale en internationale onderzoekers aan VWS concrete aanbevelingen te doen voor verder onderzoek.