Er lijkt een belangrijke stap gezet in het onderzoek naar oorzaken van post-COVID. René Lutter, immunoloog van het Amsterdam UMC, ontdekte dat het IDO-2-enzym aanwezig is bij post-COVID patiënten. C-support krijgt hierover veel vragen. Wij zijn echter niet direct bij het onderzoek betrokken. We kunnen dan ook nog niet meer zeggen dan de huidige stand van zaken.
Volgens het onderzoek, dat werd uitgevoerd bij 15 patiënten met post-COVID, maakt het lichaam het stofwisselingseiwit IDO-2 aan om een COVID infectie te bestrijden. Bij de meeste mensen verdwijnt het eiwit dan na enige tijd weer uit het lichaam. Bij patiënten met post-COVID blijft het IDO-2-enzym aanwezig. Dit met als gevolg dat lichaamscellen beschadigd raken. Mogelijk blijven patiënten hierdoor oververmoeid. Theoretisch gezien zijn er verschillende manieren om dit enzym te remmen. Deze moeten echter nog onderzocht worden.
Dit onderzoek stemt velen hoopvol, maar zoals Lutter zelf ook aangeeft moeten we voorzichtig zijn met voorbarige conclusies en geen valse hoop geven. Of de betreffende medicijnen daadwerkelijk het enzym tot stilstand kan brengen en of dat dan vervolgens ook leidt tot minder vermoeidheid bij post-COVID patiënten is nog onzeker. Dit moet nu verder onderzocht worden. Wij blijven dit onderzoek daarom volgen en zullen, indien er meer informatie beschikbaar is, dit delen op onze site.
Vraag en Antwoord
De aanwezigheid van het eiwit IDO-2 kan niet met een regulier bloedonderzoek worden aangetoond. Dit wordt alleen getest voor onderzoeksdoeleinden. Bovendien is nog niet duidelijk of dit enzym bij alle patiënten met post-COVID aanwezig is en als dit aanwezig is wat de exacte betekenis is met betrekking tot de klachten. Vooralsnog heeft dit onderzoek dus helaas nog geen directe betekenis voor de diagnostiek of behandeling van post-COVID patiënten.
Behandeling van patiënten met een medicijn is nu nog niet mogelijk. De onderzoekers hebben de effectiviteit van verschillende middelen alleen nog getest in een laboratorium op bloedmonsters van zes patiënten. Bij ieder monster nam het enzym in de cellen zeer sterk af waardoor er minder schade aan de cellen optrad. Het is nog onduidelijk of het geneesmiddel in het lichaam van patiënten dezelfde werking heeft als in de bloedmonsters die in het laboratorium zijn getest. Ook is het nog niet duidelijk of dit dan zorgt voor minder klachten. Hier is meer onderzoek voor nodig.
Er is nog geen onderzoek waar patiënten zich voor kunnen aanmelden. De onderzoeksgroep is bezig om financiële middelen te krijgen om dit onderzoek uit te kunnen voeren. Wanneer dit onderzoek start, worden eerst patiënten geselecteerd die eerder aan post-COVID onderzoek binnen het Amsterdam UMC hebben deelgenomen.
De veiligheid van de geneesmiddelen wordt momenteel op een kleine groep patiënten nog getest voor de behandeling van kanker. De farmaceuten zijn dus nog voorzichtig met het verstrekken van het medicijn, omdat ze eerst zeker willen weten of de veiligheid kan worden gegarandeerd. Zij geven aan verdere onderzoeksresultaten te willen afwachten.
Dit is niet mogelijk. Om de veiligheid van eventuele proefpersonen te kunnen garanderen, is het belangrijk dat de regels met betrekking tot onderzoek gevolgd worden. De hoop is dat het geneesmiddel voor de toepassing op kankerpatiënten snel als veilig wordt afgegeven en dat verder onderzoek van de geneesmiddelen bij post-COVID patiënten ook op korte termijn van start kan gaan.